Het Europees kampioenschap zaalvoetbal staat van 19 januari tot 6 februari op het programma in Nederland. Hoewel Oranje niet direct de grootste kanshebber is voor de hoofdprijs, kan een thuisland altijd in een toernooi verrassen. Michel Seitner kijkt als voormalig zaalvoetballer met extra aandacht naar het toernooi.
Seitner was speelachtig in de jeugdopleiding van Ajax toen hij via zijn oudere broer in de zaalvoetbalwereld verzeild raakte. Waar hij eerst meeging om te onderzoeken of het wat voor hem was, besloot hij razendsnel om dit erbij te doen. “Of ik dit van Ajax mocht doen? Eerlijk gezegd wist de club destijds van niets. Ik vond het echter leuk om te doen naast het veldvoetbal en bleek er eveneens goed in te zijn, dus het besluit was snel genomen.”
De voormalig zaalvoetballer deed het destijds dermate goed bij zijn club dat het Nederlands zaalvoetbalteam interesse in hem toonde. “Toen ik 17 tot 18 jaar oud was, had ik een toernooi met het Zaanse selectieteam. We deden het toen geweldig. Ik zorgde in de finale voor vijf doelpunten, waardoor ook ik opviel. Naar aanleiding van dat toernooi besloten ze om Jong Oranje op te richten en daarin jonge talenten te stallen.”
Hoewel Seitner het mooi vond om voor Oranje uit te komen, bracht het geen grote gevoelens met zich mee. “Je moet natuurlijk niet vergeten dat we destijds geen grote idolen voor ons hadden spelen. Dat maakt het spelen voor Oranje toch anders. Persoonlijk vond ik het mooier om voor mijn clubs uit te komen, omdat we dan ook veel publiek op de tribunes hadden. Desondanks was het mooi dat ik erin rolde en genoot ik van mijn wedstrijden voor Nederland.”
Een van zijn hoogtepunten was het wereldkampioenschap dat hij meemaakte in 1989. “Dat was het eerste officieuze WK, waardoor er bijvoorbeeld geen voorrondes waren. We speelden toen onder meer tegen Denemarken dat twee spelers uit het veldvoetbal liet spelen. Nederland wilde dat ook eerst doen, maar onze bondscoach hield dat tegen. Verstandig ook, want zaalvoetbal is natuurlijk een serieuze sport.”
Seitner moest vanwege een ziekte stoppen op 26-jarige leeftijd, maar hield het zaalvoetbal nauwlettend in de gaten. Hij ziet dat de sport aardig is veranderd. “Een paar jaar geleden ben ik naar een wedstrijd geweest en toen vond ik het nog weinig op zaalvoetbal lijken. Zo zijn slidings toegestaan, waardoor er veel overtredingen plaatsvinden en het spel harder is geworden. Tegelijkertijd blijft het een leuke sport om naar te kijken.” In januari bezoekt Seitner het duel tussen Nederland en Portugal. “Spanje en Portugal behoren al jaren tot de top, dus die maken volgend jaar ook de grootste kans op de hoofdprijs. Hopelijk komt Nederland in een flow, zodat het kan verrassen. Dan weet je nooit waartoe we in staat zijn.”
Tekst: Jordi Smit
