Zaanstad- De jeugdteams van AZ werken deze dagen hun laatste trainingen af, alvorens zij van een paar weken vakantie gaan genieten. Een goed moment om te reflecteren op een merkwaardig seizoen, dat in maart abrupt tot een einde kwam. Hoofd Jeugdopleiding Paul Brandenburg blikt uitgebreid terug.
Paul, hoe heb jij de afgelopen maanden beleefd?
“De volksgezondheid staat voorop, dus het was zeer vanzelfsprekend dat voetbal een pas op de plaats moest maken. Voor ons was het enkel zaak ons daarnaar te schikken, maar dat vereiste – vooral in de begindagen van de lockdown – wel het nodige aanpassingsvermogen. We kregen te maken met een situatie die we nooit eerder hadden meegemaakt.”
Wat hield dat concreet in toen half maart alle sportverenigingen hun poorten moesten sluiten?
“In eerste instantie zou het AFAS Trainingscomplex voor ten minste vier dagen op slot gaan. Dat was nog een kwestie van spelers en trainers inlichten dat zij een lang weekend hadden, maar al snel werd duidelijk dat we rekening moesten houden met een aanzienlijk langere periode waarin niet op de club getraind kon worden. Intern is direct het overleg opgestart over hoe we onze negen jeugdteams een goed programma voor thuis konden aanbieden.”
Hoe kwam dat eruit te zien?
“De teams in de leeftijdscategorieën Onder 16 en ouder kregen net als het eerste elftal een fysiek schema mee waarmee zij hun conditie op peil konden houden. Verder hebben we het georganiseerd op een manier die bij AZ past. Dat houdt in dat we hebben ingezet op de zelfstandigheid van de spelers. Zij kregen dus geen programma mee van hun trainer waarin stond wat zij elke dag moesten doen, maar wij vroegen juist van hen naar manieren te zoeken om zichzelf uit te dagen.”
Was het niet voor de hand liggend om in een situatie waarin de afstand tussen trainers en spelers groter is juist een helder en strak programma mee te geven?
“Het klopt dat we slechts op afstand in de gaten konden houden in hoeverre spelers de focus vol op hun ontwikkeling hielden. Misschien niet ideaal, maar wij proberen altijd de zelfstandigheid, zelfregulatie en creativiteit te triggeren en zagen deze periode niet enkel als belemmerend maar ook als een kans. Wij zien graag dat jongens zelf de leiding over hun eigen ontwikkeling nemen. Je kunt ze namelijk wel voorkauwen wat zij moeten doen, maar dan neem je indirect de noodzaak weg om zelf na te denken over hoe je iets het beste kunt aanpakken. Terwijl dat nu juist zo leerzaam is. In een normale situatie op de club proberen wij onze jeugd altijd al in uitdagende situaties te brengen die prikkelen en aanzetten tot het nemen van initiatief. Dat was niet anders toen zij thuis zaten: ga zelf maar op zoek naar oplossingen in een nieuwe situatie. Zoek zelf naar manieren om het positieve uit een ogenschijnlijk beperkende periode te halen. Daarbij kregen ze overigens uiteraard wel hulp van hun trainers, met wie zij continu in contact stonden en die vooral een motiverende rol hadden.”
Heb je het idee dat goed is omgegaan met de grote mate van vrijheid?
“Dat heb ik uiteraard niet met eigen ogen kunnen zien, behalve dan dat er onderling via groepsapps veel filmpjes werden gedeeld en het leeuwendeel van de jongens fit terug op de club kwam. Daarnaast heb ik ook veel positieve geluiden gehoord. Onze spelers zijn al gewend om zelf initiatief te nemen, waardoor het een soort tweede natuur is om een omschakeling te maken in onverwachtse situaties. Natuurlijk waren er ook jongens die er in het begin wel moeite mee hadden, maar dat maakte voor hen dan juist weer duidelijk dat op bepaald vlak nog veel terreinwinst te boeken valt. Ik denk dat veel spelers zichzelf nog beter hebben leren kennen, vooral ook op het gebied van topsportgedrag. Zoals onze topsportbegeleider Bart Heuvingh eerder al zei, benadrukt de coronacrisis dat een gezonde leefstijl belangrijk is. De afgelopen periode was geen oefening, maar de realiteit.”
Inmiddels is alles weer terug naar normaal. Een opluchting?
“Ja, toch wel. Vooral voor de spelers natuurlijk. Toen zij eind april voor het eerst weer welkom waren op het AFAS Trainingscomplex, was dat al een geweldig gevoel. Zij hadden het enorm gemist en waren blij weer met elkaar te trainen, zij het in kleine groepjes en op anderhalve meter afstand van elkaar.”
Eind april keerde de AZ Jeugd terug op het AFAS Trainingscomplex.
Dat is nu ook verleden tijd. Hoe belangrijk is het dat alle teams (vanaf 1 juli ook Jong AZ) weer zonder beperkingen kunnen trainen?
“Veel voetbaluren maken is cruciaal in de ontwikkeling van iedere jeugdspeler. Trainen volgens coronaregels was daarin al een grote stap voorwaarts, maar nu de spelers weer echt in de duels mogen komen, worden zij weer op hoog niveau uitgedaagd binnen alle spelprincipes. Zij komen weer in situaties terecht waarin zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Het enige dat in de afgelopen periode nog ontbrak is het spelen van wedstrijden, maar daar kunnen we ons na de zomerstop weer op gaan richten.”
Na enkele weken vakantie gaat dan de blik op 2020-2021. Maar eerst nog even over het voortijdig beëindigde afgelopen seizoen. Met welk gevoel kijk je daarop terug?
“Zeker voor de spelers is het jammer dat zij hun jacht op de prijzen niet hebben kunnen afmaken. Net als AZ 1 waren nog vier jeugdteams namelijk in de race om de landstitel, waaronder AZ Onder 19. Voor hen volgt volgend seizoen wel een fraaie beloning in de vorm van deelname aan de UEFA Youth League, een prachtig podium waar zij het opnemen tegen de Europese top. Maar los van de prestaties was het andermaal een seizoen waarin veel spelers mooie stappen in hun ontwikkeling hebben gezet. Dat is waar onze mensen dagelijks met elkaar naar streven, om het weer iets beter te doen dan de vorige dag, de lat steeds weer iets te verleggen en zo onze spelers de best mogelijke begeleiding te geven. Dat is een mentaliteit die hier inmiddels al jaren leidend is en ik denk dat dit ook zijn vruchten afwerpt.”
Waaruit blijkt dat?
“Het doel van opleiden is zoveel mogelijk talent zo compleet mogelijk afleveren aan het vlaggenschip van de club. Cijfers liegen niet en die laten zien dat wij daar inmiddels heel constant in zijn. We waren voor het vijfde seizoen op rij de nummer één van Nederland als het gaat om het aandeel minuten in het eerste elftal gemaakt door jeugdexponenten. En Europees gezien zijn wij samen met Athletic Bilbao de constante factor in de top. Wat dat betreft stemt ook afgelopen seizoen ook weer tevreden. Niet alleen omdat 43,4% van alle Eredivisie-minuten in AZ 1 werden gemaakt door eigen kweek, maar vooral omdat deze jongens ook steeds bepalender zijn. Dat zagen we in de eigen competitie en ook in de Europa League.”
En er volgde natuurlijk bevestiging vanuit Zeist…
“Ja, Calvin Stengs en Myron Boadu maakten al hun debuut in Oranje en vlak voor de lockdown zaten ook Teun Koopmeiners en Owen Wijndal voor het eerst in de voorselectie. Daar mogen die jongens ontzettend trots op zijn, en wij als club zijn dat natuurlijk ook. Zoveel van onze jongens die tot de top van Nederland behoren: dat is uiteraard heel positief. Maar het is geen reden om op onze lauweren te rusten. Integendeel.”
Hoezo?
“We zijn succesvol in wat we doen omdat we altijd kritisch naar onszelf blijven kijken, zowel bij voor- als tegenspoed. Dus ook nu zullen wij niet denken dat we er zijn, we blijven constant op zoek gaan naar verdere verbeteringen. Dat bleek in de afgelopen maanden weer, want in het kader van zelfreflectie waren deze onwijs waardevol. We hebben de coronaperiode namelijk onder meer benut door onze eigen leerplannen tegen het licht te houden. Nu hadden we meer tijd om daar kritisch naar te kijken en in kleine groepjes zijn we aan de slag gegaan met de vraag hoe we het op bepaalde gebieden beter kunnen doen. Dat heeft er bijvoorbeeld al toe geleid dat we in de onderbouw enkele vernieuwingen doorvoeren in onze methodes. Wij hebben als AZ zijnde niet de luxe om achterover te leunen en gelukkig hebben we naast veel voetbaltalent ook een geweldige staf die dit zich als geen ander realiseert. Ik kijk dan ook nu al enorm uit naar het volgende seizoen. Het verlangen naar het spelen van wedstrijden is bij iedereen groter dan ooit en ik proef een enorme gretigheid om onszelf te overtreffen. Samen aan de slag om de nieuwe Koopmeiners, Boadu, Stengs en Wijndal op te leiden.” bron:az.nl