In gesprek met: FCZSW coach Samir Raji

Voor het eerste team van zaalvoetbalvereniging FCZSW eindigde het seizoen 2017/2018 in mineur. Wat er al lang aan zat te komen, werd waarheid. Het vlaggenschip van FCZSW degradeerde naar de eerste klasse KNVB. Vol goede moed startten de mannen aan de nieuwe jaargang. Met coach Samir Raji en zijn broer Mounir, die als speler/coach/aanvoerder fungeert, hebben ze zich half januari, als Samir geïnterviewd wordt, stevig in de middenmoot gevestigd.
“De jongens draaien lekker mee”, oordeelt Samir over het lopende seizoen. “In deze competitie win je van de onderste helft, maar is de bovenste helft lastig te verslaan. Dat was een paar jaar geleden ook al zo toen ik er zelf met FCZSW in speelde en kampioen werd.” Het kampioenschap is nu niet echt realistisch en daarom is Samir blij als hij met zijn team een periodetitel kan bemachtigen. “Het zou leuk zijn als we de nacompetitie halen. Dan hebben we ook weer wat extra wedstrijden. Promoveren is daarbij niet zo makkelijk, maar dat zou natuurlijk nog mooier zijn. Dan moeten we er vervolgens wel spelers bij krijgen die ons een kwaliteitsimpuls geven.”
Anders krijgen de mannen hetzelfde verhaal als vorig seizoen. “Vorig jaar zijn we gedegradeerd. We voetbalden op verschillende avonden en veel spelers kwamen ook nog op het veld in actie. Daardoor waren we niet altijd met de voltallige selectie. Dit jaar hebben we een goede basis. Als we helemaal compleet zijn, kunnen we van iedereen winnen.”
Teamdiscipline
Als dat niet zo is, moet er een keiharde teamdiscipline gelden, want de selectie beschikt over maar weinig spelers die een wedstrijd met een actie en goal open kunnen breken. “Dilshan Fong is zo iemand. Die heeft op het hoogste niveau gespeeld. Hij beschikt over heel veel kwaliteiten, maar kan door zijn werk als persoonlijk trainer en leefstijlcoach niet altijd. Wouter Kos, die de jeugd van Ajax doorliep, heeft nog helemaal niet gespeeld. Hij brak in het begin van het seizoen zijn been, al is hij wel op de weg terug. Mohammed Jamal is onze topscorer, die er sinds dit jaar bij is. Hij is een heel goede voetballer, zo doelgericht, niet normaal. Als we eruitgaan, geef je hem de bal mee in de loop. Hij schiet dan altijd op doel, vrijwel nooit naast, nooit over en vaak is het een goal. Hij is dan ook onze topscorer.” Op de vraag of hij wat weg heeft van ‘Das Phantom’ Roy Makaay luidt het antwoord bevestigend.
“Desondanks geldt dat iedereen moet doen wat hij moet doen. Dan kunnen we goals maken”, vervolgt Samir realistisch. “In het begin van het seizoen waren er nog een paar jongens op vakantie, dus was het gewoon voetballen, ons best doen. Sinds iedereen terug is, bespreken we een wedstrijd eerst een half uur voor in de kleedkamer. Standaard willen we in de eerste minuut veel druk geven, zodat de tegenstander de lange bal moet spelen en we hopelijk een voorsprong kunnen afdwingen. Lukt dat niet, dan zakken we gedisciplineerd terug, want het kost veel kracht. We houden het veld dan compact, proberen het later weer en anders doen we dat met uitvallen.”
Samir
Via een omweg is Samir bij het huidige eerste betrokken geraakt. “Ik heb zelf altijd in het eerste gespeeld. Vervolgens ben ik lager gaan voetballen. Ik kwam twee, drie jaar in het tweede uit, maar dat team is vorig jaar uit elkaar gegaan.” Deze vriendengroep had het te druk met van alles. Samir heeft zich daarna weer bij het eerste aangesloten, als coach. Dat liep echter net even anders. Vanaf oktober vorig jaar werden Samir en zijn compagnon geheel in beslag genomen vanwege de realisatie van hun afhaal-/ en bezorgpizzeria Pizzalina in Osdorp.
Samir: “Het was de bedoeling dat ik bij nood mee zou spelen, maar door mijn werk bij de pizzeria is zelfs het coachen er niet van gekomen. Ik was tot nu toe constant aan het werk en heb het misschien wel een beetje onderschat. Op afstand was ik nog wel betrokken. Zo geef ik onder meer elke keer de rugnummers door aan de KNVB. Nu we wat meer mensen binnen hebben kan mijn compagnon de zaak ook alleen draaien. Daardoor kan ik op korte termijn op speelavonden weer het team coachen.”